Het weer is een dagelijks terugkerend fenomeen en past daarom prima in een routine. In mijn klas keken we meerdere keren per dag naar buiten om te bepalen welk weer het was. Wie merkte op dat weer kon veranderen en hoe leg je dat vast? Ik liet er mijn pop JaNee mee aan de slag gaan.
Alweer dat weer?
Vanmorgen vroeg trof ik JaNee op de grond aan, met haar tas, een heleboel kaartjes en haar nieuwe boek. Wat ben je aan het doen wilde ik weten….
“Nou, ik ben mijn tas aan het inpakken voor school vandaag en ik had daar mijn beker en broodtrommel al ingedaan maar wilde ook mijn boek nog in mijn tas stoppen en toen ik dat ging pakken vielen deze kaartjes naar beneden en die wil ik nou ook meenemen want deze gaan over het weer, zie je dat?”
“Ja, want weet je? Toen ik vorige week aan het helemaal niksen was heb ik veel naar buiten gekeken hè, ja en toen zag ik dat het soms zon is buiten en dan later weer wolken of regen of hagel, of hele harde wind en dan weer later kan het weer ander weer zijn. Ja, en toen deze kaartjes naar beneden vielen bedacht ik ineens dat ik die wel kan gebruiken om te bekijken wat voor weer het allemaal precies op 1 dag is, ja. Dan ga ik ’s morgens naar buiten kijken als ik wakker word en dan zoek ik daar het goeie kaartje bij, en dan ga ik ’s middags weer kijken naar het weer en dan zoek ik daar het goeie kaartje bij en dan ga ik later nog een keertje kijken en dan zoek ik daar weer het goeie kaartje bij. Ja en dan weet ik welk weer het vandaag is geweest, is goed plan hè?”
Ja, ik vind het een superplan maar weet je dan ook welk weer het op de kaartjes is?
“Die met de zon zal wel zijn dat de zon dan schijnt, en die met wolken dat je dan wolken ziet, en die met wolken en strepen is denk ik dat het regent, en die met wolken en zon dat is dat je dan wolken én de zon ziet? Kan dat?”
Ja, dat kan, dan heb je af en toe zon.
“Deze met die strepen onder de wolken weet ik niet, wat is dat?”
Dat is als het mistig is, dan zie je de wolken ook niet eigenlijk want dan lijkt de hele wereld op een grote witte wolk waar je dan middenin loopt.
“En die met die sterren onder de wolk? Wat is dat?“
Dat is als het sneeuwt want die andere, die met die blokjes uit de wolk dat is hagel, dan lijkt het net of er stenen uit de lucht naar beneden worden gegooid, hagel kan best pijn doen.
“Oké, dat is dus sneeuw en dat is dus hagel en die met die pijlen dat is dan bliksem of niet? Dat lijkt op wat wij vorige week zagen toen we naar huis gingen, toen zagen we ook allemaal pijlen naar beneden komen uit de lucht, toen werd het steeds licht en dan weer donker en dan kwam er een harde knal en toen zei jij dat dat onweer was, donder en bliksem zei jij toen toch?”
Ja, donder is de knal die je hoort en bliksem is de lichtflits, de pijlen die dan naar beneden komen en samen is dat onweer.
“Ok, dan weet ik ze nu allemaal en dan ga ik ze meenemen naar school, ja, misschien vinden de anderen het ook wel leuk om naar het weer te kijken, gaan we samen naar het weer kijken.”
Ik vind het een superplan en denk dat ik thuis ook maar een paar spijkers in de muur sla, dan kunnen we thuis het weer ook bij gaan houden.
Comments are closed.