Toen ik gisteren thuiskwam trof ik JaNee op een grote, houten ton aan. Dat was onze regenton geweest maar de bedoeling is dat daar nu een plantenbak en minivijver van gemaakt wordt. Ze was het ding aandachtig aan het bekijken en ik vroeg me af waarom.

“Spillie zit hier in” zei ze toen ik het haar vroeg. Spillie? Wie is dat?  “Spillie, Spillebeen, kabouter Spillebeen, weet je nog?” O, is die langsgeweest? “Ja, anders kan ie ook niet in de ton zitten hè. Hij heeft me gevonden, gisteravond toen jij al sliep, hij heeft ook gewacht tot jij ging slapen want hij wil niet dat jij hem ziet, hij vindt mensen maar niks en ik heb al gezegd dat jij best meevalt voor een mens maar hij wil toch nog een poosje de kat uit de boom kijken, zelf noemde hij het anders, hij zei dat hij je eerst een poosje vanachter een paddenstoel gaat lopen begluren. Grappig hè, kabouters hebben hun eigen taaltje, wist je dat?” Nee, dat wist ik niet maar dat weet ik dan nu.

En hij was niet bang voor jou?  wilde ik weten. “Nee, Spillebeen is slim hè, die zag gelijk al dat ik gewoon maar een pop ben en poppen daar zijn ze niet bang voor in zijn wereld, die zijn wel een beetje hetzelfde als kabouters zei hij en nu zijn we dus vrienden. Ja, we hebben eerst chocomel gedronken samen, de kopjes die jij hebt zijn allemaal veels te groot dus ik heb hem het eierdopje gegeven, dat is goed toch? En dat eierdopje was eigenlijk ook nog wel te groot voor hem maar dat was niet erg want Spillebeen vindt chocomel lekker en ik heb er gewoon heel veel slagroom bij gedaan want anders zou hij wel buikpijn krijgen van alle chocomel dacht ik. En toen mocht ik hem alles vragen wat ik weten wilde, ja, hij heeft mij ook heel veel gevraagd want we moeten mekaar nog beter leren kennen hè, ja, en dan heb je nog veel vragen hè? Hij is echt heel aardig!”

Maar waarom zit hij nu dan in die ton? wilde ik weten. “Nou hij zei dat hij elk jaar als er geen paddenstoelen meer zijn op zoek moet naar een ander huis in het bos en nu zijn er nog wel paddenstoelen maar over een poosje niet meer hè, nee, dat zijn ze allemaal weg en dan woont Spillie, ik mag hem nu al Spillie noemen, we zijn al echt goeie vrienden hè, ergens anders, soms woont ie in een konijnenhol en soms woont ie in een holle boom en soms woont ie onder een stel takken op de grond in het bos. Maar nu heeft de mevrouw van Spillie haar been gebroken, ja, Spillie heeft een mevrouw, die is getrouwd, wist jij dat? Ikke niet maar het is dus echt zo en die mevrouw heeft haar been gebroken en nu is het een beetje moeilijker om een goed huis te vinden want ze kan nu niet meer klimmen en dat moet hè om in een holle boom of een konijnenhol of onder een stel takken te kunnen komen. Ze zijn al op veel plaatsen wezen kijken maar ze vinden nu geen goed huis en toen dacht ik dat ie wel in onze ton kon gaan wonen dus daarom zit ie daar nu in, om te kijken of het wat is, of ie daar wonen kan want daar zit gewoon een gat in hè, kan mevrouw Spillie gewoon naar binnen lopen op haar kabouterkrukjes.”

Die ton is toch veel te groot voor een kabouter! riep ik uit, daar verdwaald hij toch? Dat is toch helemaal geen fijn huis en hoe zit het dan met de mini-vijver die je ook in die ton wilde maken, die persé, persé, persé en echt, echt, echt moest komen? “Ja maar toen kende ik Spillie nog niet en ik wil wel graag een mini-vijver maar ik wil ook een kabouter die in de buurt woont, ik wil het allebei dus ik dacht dat we dan de ton maar doormidden moeten zagen want dan kan het allebei toch? Gaat Spillie in het ene stuk wonen en dan komt de vijver in de andere, da’s toch een goed plan?” Ja, wel goed bedacht maar als de ton doormidden is dan zit Spillebeen (ik mag hem nog geen Spillie noemen natuurlijk) in de kou, dan kan hij wel makkelijk naar binnen lopen maar woont ie eigenlijk ook buiten in een open ton, kunnen we dan niet beter een ander huis bedenken voor Spillebeen? Iets wat een beetje kleiner is, wat voor mevrouw Spillebeen ook makkelijk is en wat ook zo fijn is dat hij er altijd wil blijven wonen? “Dat is een heel goed plan van jou” zei JaNee ” maar hoe vinden we een goed en zo fijn huis dat Spillie voor altijd bij ons wil blijven?”

Tja, daar moesten we dan allebei maar even over nadenken vond ik, JaNee moest maar even met Spillebeen gaan overleggen wat zijn woonwensen zijn, hoe zijn ideale huis er uit zou zien en die wensen aan mij doorgeven zodat ik ook mee kon zoeken naar het perfecte huis voor Spillebeen want JaNee heeft wel gelijk: het zou héél leuk zijn als er naast eekhoorns en heel veel vogels ook een kabouter in onze tuin komt wonen…..