Het is nu bijna 4 weken geleden dat we in het vliegtuig naar Bonaire stapten. Onze spullen zijn inmiddels aangekomen en grotendeels uitgepakt, de kamers van ons blauwe huis zijn ingericht en het ‘gewone’ leven komt langzaamaan weer op gang.
Ons verblijf nu is in bijna alle opzichten anders dan onze eerdere bezoeken aan het eiland. Ik kwam voor het eerst op het eiland in 2016. Als toerist met een 8 daagse pakketreis, om even op te laden na een emotionele tijd. Het enige wat we toen van het eiland hadden gezien waren idyllische plaatjes zoals hierboven en het huis dat Henny Huisman er toen nog had. Zo’n huis op een droomplek waar je kwijlend naar kijkt, maar niet als serieuze realiteit voor jezelf ziet.
Bonaire bleek anders dan ik had gedacht. Geen overvloed aan witte, uitgestrekte stranden met hoogbouw, geen massaal attractiepark, geen veelheid aan voorzieningen om de toerist te vermaken en geen gelikte winkelcentra waar je naar hartenlust kunt shoppen. Wat Bonaire wel had waren veel gaten in het wegdek, een heleboel wind, uitgestrekte vlakten waar je geen mens (maar wel geiten en ezels) tegenkwam, veel cactussen, een waanzinnig ruwe natuur, ongelooflijk aardige mensen en een prachtige onderwaterwereld.
Gratis rijkdom
Bonaire schijnt een van de topbestemmingen onder duikers te zijn. Nou was ik geen duiker (nog steeds niet) en was ik ook geen snorkelaar toen ik Bonaire voor het eerst bezocht, maar toen ik een duikbril op deed en een kijkje onder water nam, was ik verkocht. Snorkelen werd al snel mijn favoriete bezigheid op het eiland. Niet alleen omdat er heel veel te zien is in de wateren rondom Bonaire, maar vooral omdat mijn hoofd er zo fijn van tot rust komt. Snorkelen is helemaal in het nu zijn, kijken naar wat er nu is, je verwonderen over wat er nu langs komt zwemmen en je realiseren dat deze rijkdom gewoon gratis toegankelijk is.
Bonaire is in veel opzichten een heerlijk en idyllisch eiland, maar niet in alles en van snorkelen kunnen we hier niet leven dus er moeten dingen geregeld worden. Iets regelen op Bonaire heeft iets meer voeten in de aarde dan in Nederland. Op Bonaire ga je nog vooral bij een instantie langs of bel je er mee. Een mail sturen kan wel, maar bij ons bleken de meeste mails die we verstuurden ergens in een spambox terecht gekomen en kregen we geen antwoord totdat we, opnieuw, bij het kantoor langs gingen of, opnieuw, belden.
Ook hier zijn Covid-maatregelen van kracht en wordt er nu meer op afspraak gewerkt. Om op Bonaire te blijven hebben we een verblijfsvergunning nodig en moeten we aantonen dat we een inkomen hebben. Als ik een verblijfsvergunning heb, kan ik een bankrekening openen, heb ik een ziektekostenverzekering, kan ik abonnementen afsluiten etc. De eerste stap voor het verkrijgen van de verblijfsvergunning was het oprichten van onderneming op Bonaire. Dat ging via de notaris en verliep, hoopgevend, soepel.
Tig verschillende afdeling en – bestuursgebouwen
Die hoop werd al vrij snel daarna de bodem in geslagen want elk bedrijf moet hier ook een vestigingsvergunning hebben. Dat moest ik aanvragen bij een afdeling van het Openbaar Lichaam Bonaire (OLB). Het OLB heeft, in mijn beleving, tig verschillende afdelingen en die afdelingen zitten allemaal in een ander gebouw. De bewegwijzering naar die gebouwen en de informatie die er over te vinden op de bestaande websites, is voor een buitenstaander of net binnenkomende inwoner, is op zijn minst onduidelijk te noemen. Vergelijk het maar met handleidingen die geschreven zijn door mensen die de materie al snappen en zich niet kunnen verplaatsen in hun klant die nog een complete nitwit is in die materie en behoefte heeft aan iets meer uitleg.
Bij de afdeling die over de vestigingsvergunning gaat, kreeg ik een formulier mee waarop het nummer van mijn sedula (verblijfsvergunning) werd gevraagd. “Ehm mevrouw, ik heb nog geen sedula” “Dan kan het niet, die moet je hebben voor een vestigingsgunning” zei de mevrouw. Om een verblijfsvergunning te krijgen moet ik eerst een procedure bij het IND doorlopen en als ik daar ben goedgekeurd kan ik me inschrijven op het eiland en krijg ik mijn sedula. Het IND vraagt waar mijn inkomsten vandaan komen en wil het nummer van mijn vestigingsvergunning zien. “Ehm mevrouw, ik krijg pas een vestigingsvergunning als ik een sedula heb” “Ok, dan moet jij naar de notaris en die regelt dat voor jou” vertelde de mevrouw bij het IND me.
Bij de notaris had ik een formulier getekend dat zij niet verantwoordelijk zijn voor de aanvraag van de vestigingsvergunning en dat ik dat zelf moest regelen. Tja, dit is dus een kip en ei verhaal waar mijn nieuwe accountant zich inmiddels over gebogen heeft, want ik ben natuurlijk niet de enige die hier tegenaan loopt.
Voor de vestigingsvergunning heb ik ook een inschrijving bij de KvK nodig en die aanvraag liep via de notaris. De akte van oprichting was naar de KvK gestuurd en het enige wat ik hoefde te doen is een paar dagen later mijn inschrijving ophalen en betalen. Ik ging ongeveer een week nadat de notaris mijn papieren naar de KvK gestuurd had en kreeg daar te horen dat ik nog niet in het systeem stond. “O wacht, u zit tussen de stapel op mijn bureau. Het zit zo, het is nog niet klaar. Als jij volgende week woensdag (meer dan een week later) terugkomt, dan krijg jij de inschrijving.” Nou ok, dan kom ik volgende week nog wel een keer terug.
Het schiet niet op
Het komt er op neer dat ik van alles wat er geregeld moet worden voor de verblijfsvergunning nog geen stap verder ben. Ik heb overal formulieren moeten halen en een afspraak moeten maken om die formulieren in te leveren maar het gaat heel traag allemaal en het wachten is op de eerste afspraak bij de IND. Daarvoor moesten we 5 weken wachten. Na ons gesprek daar krijgen we een stempel in ons paspoort en dan kunnen er ook andere dingen geregeld worden, maar tot die tijd is het even wat het is. We zorgen nu vooral dat we overal bewijzen en kopieën van hebben en proberen we de logica van de procedures een beetje te begrijpen om na de goedkeuring door de IND een beetje vaart te maken.
De paarse krokodil heeft hier veel voet aan de grond en daar kan ik me aan irriteren, maar ik kan er ook voor kiezen dat niet te doen en vooral (op gepaste afstand en met mondkapje) in gesprek te gaan met de andere wachtenden in de wachtkamers. Op die manier kom ik best veel te weten over het eiland en haar bewoners en ontdek ik opnieuw hoe onwijs aardig en behulpzaam de meeste mensen hier zijn.
Het tempo van handelen is even wennen, maar eigenlijk is het ook wel fijn want het brengt me ook steeds terug naar de reden waarom we hier wilden gaan wonen: we wilden meer rust en stoppen met rennen. Ik kom er achter dat ik het gemak waarmee ik hier contact kan maken met mensen, in Nederland heb gemist, dat het ook iets heeft om mijn weg op het eiland al vragend te vinden, dat het ook fijn is dat ik niet als een nummer word behandeld en dat het loslaten van controle ook ruimte geeft.
De verblijfsvergunning schiet dus nog niet echt op, maar de verhuizing is nu wel klaar. Onze spullen zijn vorige week aangekomen en hebben inmiddels een plek gekregen in ons blauwe huis. Mijn nieuwe kantoor is ingericht en vanaf volgende week ga ik weer activiteiten opstarten. Het “gewone” leven is begonnen….en ook dat is fijn.
Ik ben weer ‘in bedrijf’ en ben, voor jou, nu ook ‘s avonds bereikbaar. Hoe fijn is dat? In een volgend blog zal ik je vertellen over de activiteiten waar je je voor in kunt schrijven want ik blijf gewoon cursussen, webinars en trainingen geven natuurlijk. Maar daarover meer in het volgende blog.
Tot later,
Comments are closed.