Wat een mooie plek om een wereldreis te beginnen, ik was verbaasd toen JaNee me belde en vertelde dat ze in ‘de grent kenjun’ waren. “Hoe komen jullie er nou bij om daar naartoe te gaan?” wilde ik weten maar ze waren het er unaniem over eens geweest dat ze daar naartoe moesten. “Dat is al heel oud hè?” zei JaNee “er wonen hier ook nog indianen, niet zoveel meer als vroeger maar ze zijn er nog wel, vroeger woonden die in de rotsen maar nu hebben ze gewoon een huis. Er zijn hier héél veel rotsen, ja, je kunt hier goed verstoppertje spelen of OEHOI roepen en dat echoot dan, heel grappig. En als je hier rondrijdt dan zijn er heel veel kleuren in de rotsen, ze zijn steeds weer anders, da’s heel mooi. En er zijn hier ook veel reptielen, Jip heeft er al een paar gezien, reptielen vinden de rotsen ook fijn want daar kunnen ze mooi in of onder gaan zitten als ze het warm krijgen. Ja, want het is hier wel heel warm.”
Ze hadden eigenlijk vooral rondgereden in de Grand Canyon, waren vaak gestopt om naar de rotsen te kijken en hadden zich verbaasd over alle vormen en kleuren. “is raar hè” zei JaNee “rotsen zijn steen en steen komt uit de aarde en alle kleuren en strepen zijn eigenlijk allemaal laagjes steen die op elkaar gegroeid zijn, dat zei Mo en die had het weer op Nesjonal Djiografik gezien, je weet wel met die gele rechthoek.” Ja National Geographic ken ik wel, dat kijken we vaak.
“En sommige stukken hier zijn allemaal bergen maar er is ook een rivier en er zijn ook watervallen en daar is het dan weer meer groen, daar staan ook bomen en cactussen en andere planten maar ik heb geen plantjes gezien die wij ook in de tuin hebben of die in mijn bloemetjesboek staan.”
Ze zouden nog op zoek gaan naar de indianen, ik ben benieuwd of ze die vinden.
Comments are closed.