“Mevrouw, het kan niet, uw bedrijf is nu op Bonaire gevestigd en dan kunt u hier geen gebruik meer van maken” vertelde de uiterst behulpzame meneer met een beetje zangerige stem van de helpdesk me. Ik was daar terecht gekomen omdat er een ‘dingetje’ met mijn website was. Hij was van de een op de andere dag onbereikbaar en het SSL-certificaat bleek de boosdoener.

Bij de woorden ‘kan niet’ gebeurt er iets in me. Dan verandert de blik in mijn ogen, spannen mijn spieren zich aan en begint een stemmetje in me te roepen. “Kan niet? Hoezo niet? Dat zou toch gewoon moeten kunnen? Hoe moeilijk kan het zijn?” Het is een instant reactie met steeds dezelfde uitkomst: ik bijt me vast in het oplossen van ‘het probleem.’ “Kan niet? Dat zullen we nog wel eens zien!”

Ik doe dat al jaren. Zodra ik de woorden ‘kan niet’ hoor, ga ik gelijk AAN. Onbewust. De afgelopen maanden ging ik voortdurend aan. Dat komt doordat ik nu op Bonaire woon. Als je daar net woont en veel, snel geregeld wilt hebben is ‘kan niet’ vaak het antwoord. Het gewenste antwoord ‘kan wel’ is overigens ook niet altijd een feestje waard want bij ‘kan wel’ zijn er 3 variaties mogelijk. Op een klein eiland is niet elke dienst en niet elk product verkrijgbaar. Heb je geluk dan kan het en ook nu. Variatie 2 is: het kan wel maar het is er niet (het kan dus niet nu en wanneer wel is ook moeilijk te zeggen). De 3e is ‘het kan wel maar niet hier’. Die staat gelijk aan blij maken met een dooie mus want met ‘niet hier’ wordt bedoeld, op Curaçao, Aruba, in Colombia of Nederland kan het wel. 

Het goede aan frustratie en onmogelijkheden is dat ze me een spiegel voorhouden. Sinds ik hier woon, zie ik een oplossingen-machine als ik in de spiegel kijk. Ik bijt me vast in elk probleem wat ik tegenkom, zoals ik dat al deed in elke vraag die me gesteld wordt vanuit een werkveld. Zie ik een thema, onderwerp of kans waar ik nog niet eerder mee aan de slag geweest ben met de handpop? Dan bijt ik me daar ook in vast. Het kan gewoon niet zo zijn dat daar nog geen oplossing of invulling voor is.

Mijn ‘kennis & vaardigheden archief’ groeit met het jaar. Ik geniet daar overigens niet van want ik zie vooral de nog-to-do-list die nooit leeg is. Er zijn altijd nog meer onderwerpen, nog meer vragen en nog meer oplossingen die geboden kunnen worden. En daardoor verandert er niets: ik was druk, ik ben druk en ik blijf druk met het bedenken en creëren van nog meer van hetzelfde, maar dan vanuit een net iets andere invalshoek. 

Het ‘dingetje’ met het SSL-certificaat bleek, bij nader inzien, een cadeautje want het leverde me slapeloze nachten op. In de laatste slapeloze nacht besloot ik buiten in het donker te gaan lopen. In volledige stilte, met alleen het geluid van mijn stappen op het asfalt. Krrrr – phhhhh, krrrr-phhhhh, krrrrr -phhhhhh, krrrrrrr-phhhhh. Ongeveer ter hoogte van de ezelfarm, zo’n anderhalve kilometer van mijn huis, begreep ik ineens waar dat ‘kan niet – patroon’ vandaan komt. 

Het kwam van dat akelige stemmetje vandaan wat me sinds mijn kindertijd al wil laten geloven dat dubbeltjes geen kwartjes worden, dat studeren niets is voor ons soort mensen, dat ik me niks in mijn hoofd moet halen omdat ik toch niet goed genoeg ben. Dat stemmetje maakte ooit dat er een ‘dat zullen we nog wel eens zien-houding’ ontstond. Ik ging studeren, ik werd een kwartje, had grote dromen in mijn hoofd en bleek goed genoeg om te realiseren wat ik wilde realiseren. 

Al lopend realiseerde ik me dat in mijn reactie op ‘kan niet’ nog steeds een recalcitrante puber woont. Ik verwoord het nu misschien wat anders, maar in wezen steek ik nog steeds een dikke vinger op naar iedereen die iets aanneemt wat voor mij nog lang geen voldongen feit is. Hoezo kan het niet? Ik ben nog lang niet uitgeprobeerd. 

Die houding heeft me zeker geholpen te komen waar ik nu ben. Maar heb ik hem nu nog nodig? vroeg ik me af want het is, eerlijk gezegd, doodvermoeiend om mij te zijn. Ik sta nooit uit. 

Bonaire doet daar nu dus nog een schepje bovenop door gewoon Bonaire te zijn. Want naast het bedenken van allerlei werkgerelateerde oplossingen, ben ik nu ook allerlei praktische oplossingen aan het bedenken, voor dat wat niet kan, voor dat wat er niet is, voor dat wat er nu niet is en voor dat wat niet hier is.

Ik ben aangekomen bij paal 2901, meestal loop ik tot daar en draai dan om. Heen en weer naar paal 2901 is zo’n 5 km. Net genoeg om aan mijn 7000 voorgenomen stappen te komen. Misschien kwam het omdat ik in stilte liep, zonder podcast of luisterboek, alleen met het geluid van mijn schoenen en mijn ademhaling was, dat ik haar hoorde.

“Van de regen in de drup dus. Toch niet zo idyllisch als je dacht” 

Het was zeker niet zo idyllisch als ik dacht, maar van de regen in de drup? 

“Nou, het is maar hoe je het bekijkt.” hoorde ik mezelf zeggen. “Misschien leer ik nu wel precies wat ik leren moet. Misschien zit jij er wel naast en ben ik beter af als ik niet meer naar jou luister.”

De reactie was fel en kwam gelijk.

“Je zegt net dat het vooral meer is geworden, dat het doodvermoeiend is om jou te zijn en dan zit ik er naast?”

“Ja, jij doet wel alsof je het beste met me voor hebt, laat me graag geloven dat je weet wie ik ben maar ik krijg steeds meer het gevoel dat je ergens in de tijd bent blijven steken. Dat je niet meer van nu bent.”

Het akelige stemmetje was nu stil maar ze was het er niet mee eens. Ik voelde hoe ze zich met een afkeurende blik resoluut van me wegdraaide. 

“Je kunt nu boos op me zijn en me van het tegendeel proberen te overtuigen, maar mag ik het aan je uitleggen?” vroeg ik.

Akelig stemmetje zweeg en dat legde ik uit als een ja. Wie zwijgt, stemt toe zei mijn oma altijd en mijn oma, dat was een wijze vrouw.

“Ik geloof niet dat het toeval is dat ik op dit eiland terecht gekomen ben, iets in mij wilde hier heel graag zijn en droomde van rust en ruimte. Ik wist zeker dat ik dat hier kon vinden en dat blijkt ook zo te zijn maar …..”

“het is toch niet wat je zoekt?” vroeg akelig stemmetje

“jawel, dat is het wel” antwoordde ik “maar deze andere omgeving vraagt een andere mindset, een andere verdeling van tijd en energie. Het lukt niet om te doen wat ik gewend was in Nederland, ik ben bekaf na een paar uur. Ik probeer iets in stand te houden waar ik helemaal niet blij van word, waar ik niet eens naar terug wil. Hoe langer ik hier ben, hoe meer ik ontdek waarom ik hier ben, wat hier voor me te leren valt. Ik vind het tempo hier eigenlijk wel lekker, vind het ontbreken van keuze-stress fijn, ik word meer op mezelf teruggeworpen en kom uit bij waar het voor mij echt om draait: contact maken met mezelf en de ander, spelenderwijze de wereld in trekken en me verwonderen.”

Ik merkte dat akelig stemmetje echt had geluisterd. Haar toon was veranderd en haar vraag klonk vriendelijk

“maar is het genoeg? Kun je daar van leven?”

Het was een goeie vraag en ook eentje die ik mezelf talloze keren had gesteld. Ik wist dat ze me vooral wilde beschermen, dat ze zo kritisch was omdat ze wilde dat het goed met me ging, dat ze me bleef pushen om nog meer te doen, nog meer uit mezelf te halen omdat ze geloofde dat er nog meer in zat. Eigenlijk was ze zo slecht nog niet. 

“dat weet ik niet” zei ik, “maar als het niet lukt met dat wat er nu allemaal al is, dan is het toch ook niet realistisch om te denken dat het wel komt als ik nog meer maak? In Nederland geloofde ik in meer en hier op Bonaire merk ik dat minder me veel meer overzicht en helderheid geeft. Merk ik dat vertragen betere keuzes oplevert dan versnellen. Dat de kwaliteit van contact toeneemt als ik meer in het moment zelf kan zijn. En was dat nou niet precies mijn doel?”

Ik stond stil terwijl ik mezelf die laatste vraag stelde. Akelig stemmetje stond naast me en keek me aan.

“Ik heb er vertrouwen in en denk dat je gelijk hebt. Het is genoeg, jij bent genoeg en hebt genoeg. Geloof daar in en blijf daar in geloven. Ik sta naast je, loop met je mee en zal je blijven herinneren aan dit gesprek. Op een voorwaarde…”

“en dat is?” vroeg ik.

“dat je stopt me akelig stemmetje te noemen. Ik deed alleen maar wat jij met jezelf deed. Als jij anders met jezelf om gaat, dan ga ik daar automatisch in mee. Als jij lief voor jezelf bent, dan ben ik het ook.”

Dat klonk best plausibel.

“Deal!” zei ik.

Toen ik die ochtend na de laatste slapeloze nacht weer het tuinhek binnen liep, had ik de 7000 stappen gehaald en er een vriendin bij. Ik wist wat me te doen stond en zou dat ‘dingetje’ met het SSL-certificaat aanpakken. De ‘kan niet’s’ in deze wereld zullen er altijd wel blijven, daar heb ik weinig invloed op. Hoe ik er mee om ga, dat is helemaal aan mij.

Twee uur later kwam mijn website weer tot leven en zette ik de schaar er in. Minder is het nieuwe meer.

Author

I'm a teacher, trainer, developer, hand puppetcoach and author of the book "The Handpuppet as an educational tool". I want to inspire you and help you to use a puppet in class. I'm sure the hand puppet makes a big difference in the life of a child, but also in your life. I hope you're gonna enjoy that just as much as I am.

Comments are closed.