Weet je waar ik ben? Dat ga je nooit raden denk ik, nee, want ik ben bij de televisie vandaag, ja, ik ben in de televisiestudio, ja, de televisiestudio waar Popster is vandaag. Ken je dat? Popster? Dat is op de televisie en daar doen allemaal poppen aan mee, ja! Ik doe niet mee maar ik mocht wel vandaag komen kijken, ja, ik mag bij de finale kijken en meehelpen ook. Ja, meehelpen met aanmoedigen want dat is best spannend hè als je op een podium moet staan, ja, dat je daar staat en iedereen die kijkt naar jou en dan moet jij een kunstje laten zien, ja, iets waar je goed in bent. Want dat moet hè, op een podium, daar moet je wat laten zien en dat is eng en dan ben je vaak zenuwachtig hè? Ja, dus daarom ben ik er, ja, om iedereen aan te moedigen, ja, om te zeggen ‘je kunt het!’ en ”t gaat vast goed!’ en ‘heel veel plezier’ en ‘succes’ en ‘ik ga voor je klappen’. Ja, daarvoor ben ik hier. En kijk, dit is de studio, ja, hier zit het publiek, ja, alle mensen die er bij zijn vanavond:
Zie je ze zitten? En zometeen komt de jury, ja, die gaan op de rode stoelen zitten en de jury die moet dus punten gaan geven aan iedereen die op het podium staat, ja, die zijn eigenlijk de baas, ja want als de jury het niet goed vindt dan mocht je de vorige keer niet door. Nee, dan moest je naar huis, alleen als de jury het goed vond mocht je nog een keertje terugkomen vandaag, ja, mocht je naar de finale komen en die is vandaag dus vandaag krijg je niet meer sterren van de jury maar vandaag krijg je punten en als je de meeste punten hebt dan heb je gewonnen en krijg je een prijs. Net als bij een spelletje eigenlijk hè?
Maar ik ben er dus bij en misschien zie je mij ook wel op de televisie vanavond dus je moet wel kijken hè, want anders zie je me niet en dat is dan weer jammer, ja. De meneer van de studio is blij dat ik er ook ben zei hij, ja, en moet je kijken wat ie me gaf…..deze twee groene muntjes. Ja, hij zei dat dit het bewijs is dat ik bij Popster ben want ik ben een pop en in het muntje zit een ster, kijk maar
en samen is dat pop-ster en dat is bewijs zei hij. Ja, dat ik hier nu echt ben. En met die muntjes kan ik limonade of lekkere koeken halen hier in de televisiestudio, ja, want ze willen wel graag dat ik het naar m’n zin heb, ja, me niet ga vervelen en ook geen honger of dorst krijg enzo. Dat willen ze niet en daarom hebben ze dus speciaal voor mij van die muntjes gemaakt, dan zijn ze wel echt blij met mij hè? Dat is lief hè?
Maar ik denk dat ik ze ga bewaren, ja, dat ik ze in mijn schatkist stop, ja, want ik heb geen honger en ik heb ook geen dorst en als ik ze bewaar dan kan ik elke keer weer vertellen dat ik hier geweest ben vandaag, ja, dat ik erbij was want dat kan ik dan ook laten zien, ja, door die muntjes weet je dat ik er ook echt bij was, ja, want dat is met bewijs hè, dan kun je laten zien dat het echt was, dat je dat niet verzonnen heb.
Maar het gaat nu bijna beginnen dus ik ga nu weer naar achter het scherm, ja, ik ga een meneer met een hoed helpen.