Ik zit op de bank, zie je dat, op de bank buiten, ja, met een boek. Dat vind ik fijn, ja, ik vind boeken fijn en dit is een boek met veel plaatjes en dat wil ik aan Spillie laten zien want Spillie houdt ook van boeken zei die en hij vertelt mij ook over zijn boeken. Ja, dat is wat we samen doen, dan zit hij in zijn huisje op zijn stoeltje en dan praat ie met mij, ja, dan kan ik gewoon op de bank gaan zitten en dan praten we samen over een boek. En nu ben ik aan de beurt, ja, nu vertel ik hem wat ik allemaal in het boek zie en waar het boek over gaat enzo.

Ik heb een heel mooi boek gevonden in de kast, ja met heel veel plaatjes en dat boek gaat over beestjes die in de tuin kunnen komen wonen. Ja, sommige beestjes wonen er al en sommige beestjes wonen er nog niet en in mijn boek staat wat een beestje fijn vindt en als dat er is dan komt ie ook bij mij in de tuin wonen.

“Heb je ook een kikker in de tuin?” vraagt Spillie. Ja, er was een eentje maar die is weer weg. Die was in ons zwembadje gesprongen maar die wou daar niet blijven, nee, die wou er heel graag weer uit en die heb Helen toen gevangen. En toen die er weer uit was wou die ook heel snel weer weg, jammer hè? “Er zat zeker geen zand in? Er zaten zeker geen plantjes in?” vraagt Spillie, maar nee, dat zat allebei niet in ons zwembadje, dat is voor Sjuul, die speelt daar graag in en die spettert dan met water en dan komt er wel een beetje zand in maar niet heel veel hè. “Daarom wou die kikker ook niet blijven” zegt Spillie “kikkers houden niet van honden in het water, die houden niet van al dat gespetter, die willen rust en zand, kon ie niet in de vijver dan?” Ja, in de vijver had ie wel gekund “Oké, als de kikker de vijver een fijne plek vindt dan springt ie daar vanzelf wel in en dan heb je ook een kikker in de tuin, zo gaat dat bij kikkers” zegt Spillie.

Nou oke, we kunnen dus nog steeds kikkers in de tuin krijgen, dat vind ik leuk. “Heb je ook een mol in de tuin?” vraagt Spillie. Een mol, nee, die heb ik ook nog niet gezien, ik heb wel een boek van een mol, ja, die wordt wakker en die kruipt dan boven de grond en dan poept er iets op zijn kop en dan wil hij weten wie er op zijn kop gepoept heeft. Ken je die? Spillie zegt dat ie het niet kent dat boek dus ik vertel hem over dat boek, ja, dat de mol bij allemaal dieren langs gaat met de drol op zijn kop en aan iedereen vraagt of dat beest op zijn kop gepoept heeft. En dat die beesten hem dan laten zien hoe hun keutels er uit zien.

Wacht, ik pak even de plaatjes van de keutels er bij, ik ben benieuwd of Spillie weet van wie die zijn:

 

Kijk, ik heb plaatjes van beesten en ik heb plaatjes van drollen, weet jij welke bij mekaar horen? Weet jij van welk beest de drollen zijn? Jij moet het eerst zeggen en dan zeg ik morgen of Spillie het goed had.