Oma Janna heeft mij meegenomen naar het museum, dat was iets wat zij goed kende en ik heb oma Janna meegenomen naar de dierentuin, daar kom ik vaak, die ken ik goed en daar was oma Janna nog nooit geweest. Oma Janna was nog nooit in mijn dierentuin geweest, wist je dat? Is echt! Ze was daar nog nooit geweest en ik heb een abonnement hè? Ja, heb ik. We zijn met de bus naar de dierentuin gegaan want oma Janna heeft geen auto maar met de bus ging goed, die stopt bijna bij haar voor de deur en toen moesten we eerst een heel stuk rijden en toen kwamen we bij het station en daar moesten we in een andere bus en die bracht ons naar de dierentuin, tot bij de kassa, echt heel makkelijk.
Ik heb oma meegenomen en haar gewezen waar alle dieren wonen. Eerst gevraagd welke dieren zij leuk vindt en zij wou wel de apen zien, oma vindt apen leuk en nou, die zijn er wel in mijn dierentuin en ik wist de weg hè. En toen kwamen we eerst langs de stokstaartjes, daar zijn we wel even blijven staan want stokstaartjes vind ik leuk, die vind ik grappig en toen gingen we verder naar de Oetang Oetangs, dat zijn apen, ja, die hebben lange haren in de kleur die eekhoorns ook hebben en hele grote wangen en hele lange armen. Ja, oerang oetangs zijn deze apen:
Lief hè? Baby oerang oetangs zijn grappig vind ik, die zijn altijd een beetje punk, die kammen hun haren niet en mama oerang oetangs zorgen altijd heel goed voor hun baby’s, ja, die vinden het goed als de baby bovenop ze klimt en bij hun aan de haren trekt, daar worden ze niet boos van ofzo, nee, worden ze niet maar soms worden de mama’s wel een beetje moe en dan gaan ze slapen, net als deze. Maar ze kunnen ook langs de touwen in de dierentuin slingeren hè, ja, dat doen oerang oetangs, die slingeren zichzelf heen en weer langs de touwen, ze kunnen ook lopen maar slingeren gaat sneller denk ik en dan ze ook als ze in het bos leven, want daar komen ze vandaan hè, van het bos, niet ons bos maar een bos ver weg waar ze kunnen slingeren langs lianen, dat zijn een soort takken die er uit zien als takken en die niet zo snel afbreken, daar slingeren de oerangs dan aan en dan zijn ze heel snel. Da’s ook beter hè want op de grond kunnen ze ook andere beesten tegenkomen in het bos, beesten die ze liever niet tegenkomen omdat ze die niet leuk vinden of die op de oerangs willen jagen. Ja, en dan is het beter als je snel kunt slingeren hè?
En toen gingen we ook nog naar de gorilla’s kijken, dat zijn hele grote apen, dat zijn zulke:
Groot hè? Ja, gorilla’s zijn hele grote apen en dit is de grootste, dat is de papa gorilla, die is de baas en daar kun je beter geen ruzie mee krijgen want papa gorilla’s zijn helemaal niet lief, die kijken ook niet lief, nee, die moeten de groep bewaken en zorgen dat niemand bij hun in de buurt komt. Ja, want gorilla’s zijn altijd met veel bij elkaar hè, en er is dan altijd eentje de baas en dat is deze, dat is de grootste en die heeft ook altijd een lichte rug, die heet zilverrug. Als hij boos wordt laat ie ook zijn tanden zien en dan gaat ie ook op zijn buik trommelen met zijn handen.
Een aap heeft echte vingers hè, ja, net als wij, echte vingers en echte tenen, met nagels ook. Ja, die kan dus ook in zijn neus peuteren en dat doet ie ook als ie daar zin in heeft. Kan hem niks schelen als er mensen kijken, hij peutert gewoon in zijn neus en met die vingers zoeken ze ook naar beestjes. Bij een aap gaan er altijd beestjes tijdens de haren zitten, die verstoppen zich in de vacht, vlooien enzo, kleine beestjes en dat jeukt natuurlijk dus die gaan ze dan bij mekaar zoeken en die eten ze dan op, apen vinden beestjes lekker.
En toen gingen we naar het oerwoud, maar daar vertel ik morgen wel over.
Comments are closed.