“Wat is er JaNee? Ben je ziek?” hoorde ik Mo gisteren vragen. JaNee zat stilletjes in haar stoel, was inmiddels wel uitgemediteerd, uitgepuzzeld, uitgezongen, uitgelezen, uitgeraadseld en uitgekletst. Ze was stil en verveelde zich duidelijk te pletter.
“Nee, ik ben niet ziek, ik ben nog steeds aan het wachten totdat ik helemaal droog ben en verveel me maar weet echt niet meer wat ik nog zou kunnen doen, ik heb al gemediteerd, gezongen, gepuzzeld, filmpjes gekeken op de tablet, spelletjes gedaan op de tablet, al mijn boeken nog een keertje gelezen en heb nu nergens zin meer in. Ja, ik wil naar buiten maar dat kan nog niet, ik moet vandaag nog drogen en dan mag het weer……morgen…….maar morgen duurt lang…..ik wil dat het nu al morgen is dus wacht ik nu op het donker want na het donker is het morgen en morgen ben ik helemaal droog, zijn mijn kleren helemaal schoon en mag ik weer op avontuur. Ik ben nu helemaal niet gezellig, ben echt héél saai vandaag Mo”
Maar Mo vond dat helemaal niet erg, vriendjes hoeven niet alleen maar leuk en gezellig te zijn, die mogen ook best wel een keertje een minder gezellige dag hebben, mogen best balen dat ze 3 dagen moeten drogen en helemaal nergens naartoe kunnen en maar op die stoel moeten blijven zitten. Mo snapt dat wel want Mo is natuurlijk ook een pop en die is ook wel eens in de wasmachine geweest en toen kwamen JaNee en Jip ook bij hem zitten om hem gezelschap te houden dus dat was ook wat Mo kwam doen, hij kwam JaNee helpen om de saaiheid van het drogen een beetje te vergeten.
“Weet je nog van ons grote avontuur in de vakantie? hoorde ik hem vragen. “Ons boek is nog niet klaar hè dus we kunnen daar nu wel over nadenken, over wat we allemaal willen vertellen in dat boek, of we kunnen plannetjes maken wat we gaan doen als jij weer helemaal droog bent, wat we dan gaan onderzoeken, of we gaan samen woordspelletjes doen, dan zeg ik een letter en moet jij daar een woord bij maken, of dan zeg ik een woord en dan moet jij het langer maken, van appel appel-taart, of appel-moes, of appel-boom, of appel-flap, of appel-vla maken ofzo. “Is er appelvla?” vroeg JaNee “die heb ik nog nooit gehad, is dat lekker?” Mo wist het ook niet maar dat maakte ook niet uit, het ging om woorden langer maken en of het nou wel of niet echt was daar hoefden ze niet aan te denken. “Dus appel-huis, en appel-auto, en appel-trein, en appel-hond mag ook?” Ja, Mo vond het best en toen was het hek van de dam want als je niet na hoeft te denken of een woord wel echt bestaat dan kun je een hoop nieuwe woorden maken. Zo ontstond er een appel-schoen, een appel-pyjama (die zou nog best wel eens echt kunnen bestaan, dacht JaNee, een pyjama met appeltjes er op), een appel-hek, een appel-sloot, appel-olifant (eten olifanten appels?), een appel-pad (ja, die kan, een pad langs allemaal appelbomen), een appel-trap, een appel-tafel (zou ook een echt woord kunnen zijn) en ook nog een appel-computer. “Die bestaat ook echt!” zei Mo “maar dan moet je eigenlijk eppel zeggen en niet appel, dan klopt het”.
“Ok, ik snap het, nu zeg ik een woord, ik zeg drol……” riep JaNee.
Je snapt al dat het drogen daarna niet meer zo heel erg was want de lol van het nieuwe woorden bedenken was erg groot en leidde JaNee af van de saaiheid van het drogen, toen Mo weg was moest ik dat spelletje met haar spelen totdat ze zo moe was dat ze geen woord meer zeggen kon en in slaap viel.
Vanmorgen was JaNee helemaal droog, gelukkig maar want drie dagen drogen is echt meer dan genoeg, met nog een dag zou ze denk ik met dingen zijn gaan gooien 😀
Comments are closed.