Hoi, daar ben ik weer. Ja, ik ben met vakantie geweest, wist je dat? Ja, ik was op Bonaire, ja, dat is een eiland. Ja, en dat is een land met allemaal water er om heen, dat je, als je er niet meer wil zijn, er alleen maar met een boot of een vliegtuig vanaf kan. Ja, dat maar ik wou er niet vanaf, nee, ik vond het wel leuk daar en mooi en lekker warm ook.
Weet je wat leuk is op Bonaire? Je kan daar gewoon Nederlands praten, dat verstaan ze daar ook. Ja, Bonaire is van de Nederlandse Antillen weet je wel? Dat ligt heel ver weg en lijkt helemaal niet op Nederland maar het is toch wel een stukje van Nederland, ja, het is een bijzondere gemeente van Nederland. Zo noemen ze het tenminste en bijzonder is het echt wel want hier heb je geen zeeschildpadden en hele warme zee en allemaal cactussen die gewoon in de tuin groeien en daar is dat wel. Da’s echt wel bijzonder hè?
Ik heb hartstikke veel foto’s gemaakt daar maar die laat ik je nog zien, ja, ik wil je nou eerst iets anders laten zien wat ik daar heb gevonden en meegenomen heb naar hier. Ik heb een boek gevonden daar en dat gaat over opa en daar gaat de kinderboekenweek natuurlijk ook over dus ik vond dat wel passen. Ja, en daarom heb ik het meegenomen.
Het boek gaat over opa en die heeft de vergeet-ziekte. Ja, hij vergeet steeds meer en daar kan hij niks aan doen. Nee, de vergeet-ziekte is een echte ziekte, het wordt ook Alzheimer genoemd, ja, dat is de moeilijke naam. Ik vind vergeet-ziekte makkelijker want dat snap ik gelijk.
En weet je wat leuk is aan dit boek? Het is in twee talen geschreven, ja, het is in het Nederlands en ook in het papiamentu (je zegt dan: pap-ija-mentoe), dat is de andere taal die ze op Bonaire spreken. Ja, en ik wil dat leren want ik vind talen leren leuk.
De opa in het boek vergeet dus alles, in het papiamentu is opa welo en hij vergeet waar hij zijn sleutel (su yabi) heeft neergelegd. Hij vergeet ook waar hij zijn schoen (su sapatu) heeft laten liggen en weet ook niet dat zijn portemonnee (su pòtmòni) onder de kast ligt. En hij is ook vergeten dat hij zijn pet (su pèchi) op de klok heeft gehangen. Dat is niet omdat hij heel oud (hopi aña) en grijs haar (kabei blanku) heeft maar omdat opa de vergeet ziekte (malesa di lubidá) heeft. En dat is heel verdrietig (masha tristu) want nu stelt hij steeds dezelfde vragen (mésun pregunta) en vergeet hij dat hij graag voor zijn geiten (su kabritunan) zorgt en graag in zijn bootje (su boto) in de baai van Lac en Sorobon papegaaivis (gròns) ving.
En weet je wat ik toen dacht? Daar ben ik geweest! Ja, ik was in de baai van Lac en bij Sorobon was ik ook, kijk hier was ik daar:
Ja, het water was daar heel blauw, je kon er zo doorheen kijken en papegaaivissen heb ik ook gezien, ja, die hebben allemaal kleuren, dit is er eentje:
Die zijn echt wel groot hè, ja die zijn veel groter dan een goudvis, zulke grote vissen passen alleen in een heeeeeeeeel groot aquarium, ja, het zijn echt wel joekels en die zwemmen op Bonaire gewoon in de zee, ja, die zie je zo langskomen daar. Ik heb er veel gezien dus daarom vind het ik boek van opa ook zo fijn. Ik weet waar hij geweest is en wat hij heeft gezien en snap waarom hij verdrietig is nu. Ja, dat snap ik.
Ik ga je nog veel meer vertellen over Bonaire maar ga nu even verder met het leren van woordjes, ik wil mijn naam zeggen in papiamentu.
Comments are closed.