Een handpop laten werken met een prentenboek
Een handpop kan prima gecombineerd worden met welke taalactiviteit dan ook en kan een prentenboek uit zijn/haar koffertje of tas halen wat hij wil laten zien aan de kinderen. Omdat hij het zelf een mooi boek vond bijvoorbeeld, of omdat hij de plaatjes zo mooi vond, omdat hij er erg om had moeten lachen, etc. Er zijn redenen genoeg te bedenken waarom het juist dát prentenboek moet zijn. Je zult merken dat kinderen direct nieuwsgierig zijn naar het boek wat de pop meeneemt, er aandachtig wordt gekeken en geluisterd om te ontdekken wat de pop er dan precies zo leuk aan vond. Nóg leuker wordt het als er vervolgens ook een activiteit aan gekoppeld wordt.
5 Ideetjes
In dit blog heb ik 5 activiteiten rondom een prentenboek uitgewerkt om een idee te geven hoe je het aan kunt pakken.
1. Boek: De blauwe stoel, de ruziestoel
Altijd als er ruzie is in huis, gaat Jannie Julia veilig in haar stoel zitten. Die is zo groot als een kamertje. Jannie Julia speelt dan met Beer of Lappenpop of Gele Eend of Poes. Of met allemaal. Tot ze beneden weer hoort zingen of lachenIn dit boek speelt de blauwe stoel een grote rol, net als wat je doet als er ruzie is. De handpop heeft ook wel eens ruzie, plekjes waar ze zich verstopt en dingen die ze graag om zich heen heeft. Ze vraagt aan de kinderen: “Wat doe jij als er ruzie is?”
- trek je je dan ook terug, net als Jannie Julia?
- of ga je dan misschien zelf ook ruzie maken?
- moet je wel eens huilen als er ruzie is?
- of ga je net zo lang slapen tot de ruzie voorbij is?
- of doe je iets anders?
- hoe zie je eruit als je ruzie maakt?
- ga je dan stampen? (de handpop wel, laten we samen stampen!)
- en schreeuwen? (de handpop wel, laten we lekker samen schreeuwen!)
Kortom:
Illustraties en prenten spelen niet alleen een rol tijdens het voorlezen maar kunnen ook een rol krijgen binnen een verwerkingsactiviteit.
Het is best lastig om kinderen lang alleen maar te laten luisteren, de pop snapt dit wel en heeft daarom spelvormen, activiteiten bedacht om ervoor te zorgen dat de voorleesactiviteit meer omvat dan alleen maar luisteren. Hiervoor heeft ze allerlei materialen tot haar beschikking en in haar koffertje gestopt.
2. Welke stoel kies jij?
Nodig: afbeeldingen van verschillende stoelen
De handpop heeft net het boek “De blauwe stoel, de ruziestoel” gelezen en heeft allemaal plaatjes van stoelen bij elkaar gezocht. Ze heeft thuis een lekkere ‘wegkruip-stoel’, een schommelstoel, een stoel waar ze altijd op zit als ze spelletjes doet, een stoel waar haar kleren overheen hangen als ze slaapt, stoelen die van de zolder gehaald worden als er een feestje is en natuurlijk ook een bank waar ze helemaal languit op kan liggen. Ze legt de plaatjes van de stoelen in de kring en vraagt:
- Op welke stoel wil jij een boek lezen?
- Op welke stoel wil jij zitten als je ruzie hebt?
- Op welke stoel wil jij zitten als je boos bent?
- Op welke stoel wil jij zitten als je blij bent?
- Op welke stoel wil jij zitten als je verdrietig bent?
- Op welke stoel wil jij een spelletje doen?
- Welke andere stoel mag er naast die van jou staan?
- Wie mag er van jou op die andere stoel gaan zitten?
- etc.
3. Luister goed of je jezelf hoort…..
Nodig: boek, verschillende attributen
De handpop heeft een boek meegenomen wat ze samen met de kinderen wil lezen. Als het boek uit is doet ze haar koffertje open. Daarin zitten allemaal verschillende attributen. Elk attribuut staat voor een personage of emotie die in het boek voorkomt. “Als je de riem met de staart kiest ben je het paard uit het verhaal, als je de bril kiest ben je de vader uit het verhaal (want die draagt een bril), als je de witte schort kiest ben je de melkboer, als je de trom kiest sla je daarop als je het woordje “boos” hoort, etc. Als alle attributen zijn uitgedeeld lezen we het verhaal opnieuw en iedere keer als jij in het verhaal langskomt ga je staan.”
Deze activiteit kun je net zo vaak herhalen als u wilt.
4. Welke plaatjes horen bij elkaar?
Nodig: afbeeldingen van prentenboekenillustraties
De handpop houdt van boeken, ze is lid van de bibliotheek en gaat graag naar een boekenwinkel. Ze kent zoveel prentenboekfiguren dat ze er een spelletje omheen bedacht heeft. In haar koffertje zitten plaatjes van prentenboekfiguren, ze houdt ze omhoog en vraagt de kinderen of ze weten wie het is. Daarna legt ze alle plaatjes op de grond (of op tafel) en vraagt: “welke twee (of drie, of vier) horen bij elkaar denk jij?”
In plaats van de plaatjes bij elkaar te zoeken kan de handpop ook vragen: “Welk boek heb jij al een keer gelezen?”
5. Mijn grote boekenboek
Omdat de handpop zo van boeken houdt heeft ze iets slims bedacht: ze heeft een lege klapper gevraagd waar ze alle boeken die ze gelezen heeft, versjes die ze onthouden wil en boeken die ze later wil gaan lezen gaat verzamelen. Ze is druk bezig geweest om het boek al zo leuk mogelijk te maken en heeft zelf een versje gemaakt, luister maar:
“Ik hou van boeken, groot en klein.
Gewoon omdat het boeken zijn.
Ik hou van boeken, met letters en met plaatjes, het zijn mijn grootste maatjes.
Over alles wat ik weten wil, over alles wat ik zoek, bestaat altijd wel een boek.
Ik hou van boeken en verhalen, ga met me mee en pak mijn hand. Dan neem ik je mee naar een groot avonturenland”
Samen hebben we een paar vragen gemaakt die ze na elk gelezen boek gaat beantwoorden:
- Waar gaat dit boek over?
- Wie komen er in dit boek voor?
- Wat vindt je leuk aan dit boek?
- Wat vindt je niet zo leuk aan dit boek?
- Maakte dit boek je blij, verdrietig, boos, etc.?
- Wil je het nog eens lezen?
- etc.
De beschrijving van het boek hoeft niet heel uitgebreid te zijn. Het gaat er vooral om dat kinderen samen met de handpop even napraten over het boek en het geeft je de gelegenheid te checken of de inhoud overgekomen is. Daarnaast creëer je met een groot boekenboek een visueel overzicht van alle boeken die je al eens met de kinderen gelezen hebt.
Door je handpop van boeken te laten houden, hem een abonnement op de bibliotheek te geven en regelmatig met boeken aan te laten komen maak je boeken en lezen leuker voor kinderen. Het is een denkfout dat een pop die niet goed kan lezen of een hekel heeft aan boeken kinderen, die niet goed kunnen lezen of een hekel hebben aan boeken, helpt door herkenbaar te zijn. Een pop met een hekel aan boeken en een hekel aan lezen zegt eigenlijk: ‘helemaal terecht dat jij er niks aan vindt’ en stimuleert het kind niet om het toch eens te proberen, om er toch eens in te kijken terwijl oefenen met en blijven proberen de enige manier is om een vaardigheid aan te leren. De pop mag zeker moeite hebben met lezen, het heel moeilijk vinden maar hij blijft wel oefenen omdat hij heel veel vragen heeft waarvan hij het antwoord op wil zoeken in een boek of op internet, hij mag daarbij gefrustreerd raken, dat ook laten zien maar hij blijft proberen en laat daarmee ook zien dat niet alles gelijk lukt maar dat als je iets echt graag wilt, er heel veel mogelijk is.
Comments are closed.