Een handpop toevoegen aan een activiteit is helemaal zo moeilijk niet, je moet vooral de mogelijkheden zien en proberen de pop te integreren in activiteiten die je toch al wilde doen.

Ik geef je een paar voorbeelden van taalactiviteiten die via de pop gedaan zouden kunnen worden:

Eén schaar, twee scharen……

Nodig:

  • allerlei voorwerpen die in meervoud voorkomen,
  • een doos of koffertje

Ik heb een doos met spulletjes gevonden, ja, gewoon op zolder. Wil je zien wat er in zit? (de handpop pakt iets uit de doos en houdt het omhoog) Dit is een ……. (de pop noemt de naam van het voorwerp bijv. schaar, de schaar wordt op de tafel (of grond) gelegd) En dit is een…… (de naam van dit voorwerp wordt genoemd en bij de schaar gelegd) Dit is een……. (etc). Nu is mijn doos leeg. Pak allemaal maar iets van de tafel (grond). Nou ben ik benieuwd: Wie heeft een schaar in zijn hand, steek je hand maar omhoog. Er is dus niet één schaar maar twee scharen. Wie heeft de kwast? We hebben dus twee …….. Wie heeft een krijtje in zijn hand? Er zijn dus drie ….. Etc.

Het gaat er bij dit spel om dat kinderen leren de meervoudsvormen leren kennen en benoemen, het gaat niet om het tellen alleen.

Wat hoort er niet bij?

Nodig:

  • reeksenfoto’s of afbeeldingen

Moet je kijken, ik heb 4 plaatjes, bekijk ze maar eens. Ik heb er eentje tussen gestopt die er niet bij hoort, kun jij raaien welke dat is?

Als je veel foto’s tot je beschikking hebt kan je pop ook vragen: “Kun jij alle foto’s die over hetzelfde gaan bij elkaar leggen?” Of: “Kun jij ook zo’n rijtje maken en er één plaatje in ‘verstoppen’ wat er niet bij hoort?”

Boodschappen doen

Nodig:

  • kaartjes met daarop afbeeldingen van etenswaren,
  • een deken wat de boodschappentas voorstelt.

“Ik weet een spelletje: ik ga boodschappen doen en jullie zijn de boodschappen, leuk hè? Je krijgt een kaartje en daarop staat iets wat je kunt kopen in de supermarkt. Het deken hier (in de kring) is mijn boodschappentas. Ik vertel een verhaaltje en als je dat wat op jouw kaartje staat hoort, sta je op en ga je op het kleed (in de boodschappentas) staan.”

De pop begint zijn/haar verhaal:

“Ik ga vandaag boodschappen doen en loop door de supermarkt. Ik zie appels, die vind ik lekker dus die neem ik mee. (kind(eren) met de appel op hun kaartje gaan op het deken staan). Ik neem ook bananen mee, en kiwi’s en druiven. Ik mag vandaag helpen met het maken van een salade en daarvoor heb ik nodig: sla, radijsjes, tomaten, paprika en komkommer, die stop ik ook in mijn boodschappentas. Nu moet ik alleen nog op zoek naar brood, eens kijken waar dat ligt. Ja gevonden! Het brood gaat ook in mijn boodschappentas.”

Desgewenst kan deze activiteit worden uitgebreid met het uitpakken van de boodschappentas:

“Mijn boodschappentas is vol en als ik thuis ben, haal ik al mijn boodschappen uit de tas. Eerst pak ik de appels, de bananen, de kiwi’s en de druiven en leg die op de fruitschaal (de kinderen die deze kaartjes hebben gaan weer op hun stoel zitten.) Dan leg ik de sla, de radijsjes, de tomaten, depaprika en de komkommer in de koelkast. Nu zit er alleen nog brood in mijn boodschappentas, daar wil ik even aan ruiken. (het ‘brood’ komt naar de pop toe om door haar besnuffeld te worden)Hmmmmmm, dat ruikt lekker zeg, ik heb wel honger gekregen dus ik neem daar gelijk een hapje uit!”(de pop probeert het kind te knuffelen voordat het op de stoel gaat zitten.)

Je kunt dit spelletje net zo lang herhalen totdat alle kinderen aan de beurt zijn geweest.

De familie Goede Oren…

“Naast mij woont de familie Goede Oren, ze zijn met zijn vijven. Vader, moeder, Jort, Joris en Joep. Het is heel grappig om bij hen te zijn want ze hebben goede oren en doen alles wat ze horen. Als je bijvoorbeeld zegt, “ik heb jeuk op mijn arm” gaan ze allemaal aan hun arm krabben. En als je zegt “ik stamp met mijn voet”, gaan ze allemaal met hun voet stampen.

Laten we nu net doen alsof we bij de familie Goede Oren op visite zijn. Ik zoek een vader, een moeder, Joep, Joris en Jort. Ga maar in de kring zitten. Luister goed naar wat ik vertel en doe wat je hoort.

Ik wrijf in mijn ogen…….strek mijn armen boven mijn hoofd. In de lucht laat ik mijn vingers even bewegen. Dan leg ik mijn handen op mijn benen…….en sla daar drie keer op. Ik zie dat mijn sokken afgezakt zijn, die trek ik even omhoog. Dan doe ik mijn broekspijp weer goed. Er zit zand aan mijn schoenen, met mijn handen wrijf ik dat er even af. Zo, die zijn schoon nu. Hé, er zit een vlieg in de kamer, die volg ik met mijn ogen. Hij is op mijn neus geland, ik kan hem zien en jaag hem weg. Ik sta nu op….. wiebel een beetje op mijn benen en probeer mijn tenen aan te raken. Op handen en voeten loop ik weer naar mijn eigen stoel.”

Je kunt dit verhaaltje net zo moeilijk of lang maken als je zelf wilt.

Author

I'm a teacher, trainer, developer, hand puppetcoach and author of the book "The Handpuppet as an educational tool". I want to inspire you and help you to use a puppet in class. I'm sure the hand puppet makes a big difference in the life of a child, but also in your life. I hope you're gonna enjoy that just as much as I am.

Comments are closed.