Ik heb vrijdag vogelhuisjes geverfd hè, dat heb je gezien toch? Ja, heb ik gedaan, vogelhuisjes in alle kleuren van de regenboog want ik denk dat vogels dat leuk vinden. Ik vind het in ieder geval leuk en van die huisjes gaan we een dorpje maken, een dorpje voor de vogels, een vrolijk dorpje waar vogeltjes graag naar toe willen vliegen en in dat dorpje staan dan grotere vogelhuisjes waar ze dan ook eitjes kunnen leggen en huisjes waar ze kunnen eten.
Ik geef de vogeltjes altijd te eten hè, ja, dat doe ik en Helen maakt dat eten altijd klaar want niet alle vogeltjes eten hetzelfde wist je dat? Ja, is zo, en die willen we allemaal iets te eten geven. We hebben koolmeesjes, die zijn klein en geel met blauw en ook roodborstjes, die hebben een rooie buik, daarom heten ze roodborstjes en we hebben mussen en pimpelmeesjes en winterkoninkjes en boomklevers, die kunnen vliegen maar ook tegen een boom omhoog en omlaag lopen, echt waar, dat kunnen ze en daarom heten ze boomklevers, het lijkt of ze tegen de boom aangeplakt zitten. En we hebben merels, die zijn ietsje groter en zingen mooi en lijsters ook, die zingen ook mooi en we hebben spechten, die tikken met hun snavel tegen de boom aan en maken daar dan gaatjes in en holletjes waar ze kunnen wonen, wij hebben spechten die rood met wit en zwart zijn, er zijn ook andere maar die heb ik nog nooit gezien en we hebben Vlaamse gaaien, dat zijn hele grote vogels met blauw op hun vleugels en grote ogen die alles zien. Die vind ik mooi, Vlaamse gaaien, en we hebben vogeltjes die vinkjes heten, dat zijn er veel en ze zijn ook niet allemaal hetzelfde, nee. Sommige zijn met rood en andere zijn weer met bruin, of met geel, of met oranje en die zingen ook en we hebben eksters, die zijn zwart met wit en best groot ook.
Ik ken er veel hè? Weet je hoe dat komt? Ik heb zo’n boek met kaarten waar alle vogels op staan en als ik er dan eentje zie dan zoek ik hem op de kaart en vraag Helen hoe die heet. En die zegt dat dan en dan weet ik de naam van die vogel. Maar ik ken ze niet allemaal want sommige vogeltjes lijken ook op elkaar en dan moet ik goed zoeken en soms zijn ze dan al weggevlogen. En ik weet ook dat ze niet allemaal hetzelfde eten, er zijn vogeltjes die graag nootjes eten, en vogeltjes die graag zaadjes eten, vogeltjes die graag besjes eten of fruit en vogeltjes die graag kleine beestjes eten, die altijd in de tuin komen als we in de tuin hebben gegraven met de schep want onder het zand zitten allemaal beestjes hè, wormpjes en andere beestjes die het weer fijn vinden om in het zand te wroeten, ja, die zijn er en als je dan gaat graven dan kom je ze tegen of dan komen ze omhoog en de vogeltjes die die beestjes lekker vinden die letten dan op of ze ze zien en dan vreten ze ze op, ja, dat doen vogeltjes. Niet allemaal maar sommige wel en die vliegen dan weg met een worm in hun snavel, die vinden ze lekker denk ik. Ikke niet, ik wil geen wormen eten, dat vind ik zielig.
Dus ik heb gisteren even goed gekeken wat onze vogels nou eigenlijk eten, daar hebben we huisjes voor in de tuin. Ze eten ook pinda’s, wist je dat? Ik vind pinda’s ook lekker, vogels ook, dus die geven we ze ook, en zonnebloempitjes, die lust ik ook en vogels ook en ik zag ook zaadjes, hele kleintjes, in rood en geel die zijn voor de kleine vogeltjes denk ik en ik zag kleine roze dingetjes, leek wel een beetje op gekleurde hagelslagjes en ook beestjes zag ik, niet meer levende beestjes, nee, die zouden weglopen hè, als de vogeltjes levende beestjes willen moeten ze ze zelf gaan zoeken in de tuin en met hun snavel in de grond prikken, zo doen vogeltjes dat, ja, dat heb ik gezien.
Ik ben benieuwd of de vogeltjes ons vogeltjesdorp mooi vinden, ik denk het wel…
Comments are closed.