Nou moet ik je natuurlijk nog vertellen over wat ik allemaal in de kast van Helen heb gevonden hè, ja over al die spelletjes, dus dat ga ik doen want ik heb tijd zat gehad om er mee te spelen nu. Je ziet me nu met kaartjes hè, gele, blauwe en rooie kaartjes en die kaartjes hebben niet zomaar een kleur kwam ik achter, nee, de gele kaartjes gaan over wat ik kan, de blauwe over wat ik ben en de rooie over wat ik heb.

Ja, en op elk kaartje staat dan een woord en daar moet je dan over nadenken maar daar vertel ik nog wel over. Helen had die kaartjes eerst zo neergelegd, zo als je nu ziet en toen moest ik eerst nadenken over wat ik allemaal kan. Nou, dat is best veel hè, ik kan best wel eens stil zijn, ik kan al bijna zelf een vogelhuisje verven, ik kan heel veel vertellen, ik kan schoenen met klitteband zelf aantrekken, ik kan helpen met opruimen, ik kan al een beetje lezen, ik kan niks doen, ik kan grapjes maken, ik kan plannetjes maken, ik kan zelf mijn kleren in de wasmand doen, ik kan al zelf iemand opbellen, ik kan goeie vragen stellen, ik kan al best goed wachten, ik kan boodschappen doen bij de bakker, ik kan de weg vragen, ik kan plantjes in de grond zetten, ik kan vogeltjes eten geven, ik kan hele diepe gaten graven, ik kan……. nou heel veel dus.

En daarna moest ik nadenken over wat ik allemaal heb. Nou ik heb een dekbedovertrek van Cars, ik heb fijne boeken, ik heb groene regenlaarzen, ik heb een koffer met mijn dingetjes er in, ik heb vaak plezier, ik heb vriendjes, en ook een Porsche natuurlijk, ik heb leuke spelletjes en een hele grote verkleedkist, ik heb veel plannetjes, ik heb een fijne oranje stoel, ik heb een eigen kamer, en ik heb ook veel dingen die ik leuk vind, ja, eigenlijk heb ik het wel leuk. Ik heb best veel hè? Jij ook?

En toen moest ik nadenken over ‘ik ben’. Ik ben JaNee natuurlijk en ik ben meestal 5 jaar. Ik ben bijna altijd wel vrolijk, ik ben ook best aardig denk ik, ik ben ook wel nieuwsgierig maar ook wel eigenwijs, ik ben wel bang voor van die heule grote spinnen, ik ben blij dat ik een lampje bij mij bed heb (of moet die bij ‘ik heb’, kan wel bij allebei toch?), ik ben nooit zo goed in opruimen (maar ik kán het wel), ik ben graag buiten, ik ben graag met anderen maar ik ben ook graag thuis wel, ik ben altijd blij als ik een eekhoorntje zie, ik ben wel vol met plannetjes altijd, ik ben best goed in bomen klimmen (of hoort die bij ‘ik kan’, kan ook bij allebei toch?), ik ben wel graag iets aan het doen, ik ben best wel goed in zeggen wat ik niet wil. Is ook weer zo’n hoop hè, bij jou ook?

Nou dat moest ik dus eerst allemaal zelf bedenken en toen ik dat had gedaan toen vond ik toch wel dat ik heel veel kan en heb en ben hè. Is leuk dan hè, dat je dan denkt ‘ik ben best wel goed eigenlijk’. Maar er zijn ook wel een hoop dingen die ik nog niet kan of ben of heb hè maar die kwamen wel later zei Helen, daar gingen we nu nog niks mee doen, ik moest nu alleen maar nadenken over wat er al is en daar dan trots op zijn, want trots is fijn hè, ja dan word je toch wel blij van jezelf, blij dat je al zoveel kan want dan is het ook minder erg dat je andere dingen nog niet zo goed kan hè. Vind ik wel in ieder geval, dus dat was de eerste keer dat ik met die kaartjes heb gespeeld en daar vertel ik de volgende keer weer over want we hebben er nog meer mee gedaan hè, ja, is zo. Maar dat ga ik nu nog niet vertellen, nee, eerst moet je zelf maar even bedenken wat je allemaal al kan en hebt en bent, dan wordt jij ook blij.