Moet je kijken! Mees heeft een beeldje gevonden, een beeldje van een meneer. Ik denk dat het een meneer is maar ik weet het niet zeker want hij heeft wel geen haar maar hij heeft geen broek aan, hij heeft iets aan wat op een jurk of op een deken lijkt vind ik maar ik kan het niet helemaal goed zien want hij zit. Misschien is het wel gewoon een heel groot bloes of een ochtendjas en heeft ie toch wel een broek aan maar ik zie die broek niet. Ken je dat, een ochtendjas? Ik heb er eentje, voor als ik uit bed kom en nog geen zin heb om me aan te kleden en als het dan nog te koud is voor alleen mijn pyjama, dan doe ik mijn ochtendjas aan, die is lekker zacht en lekker warm.

Mees heeft het beeldje gevonden bij haar thuis in de kast en wist het ook niet maar was wel nieuwsgierig geworden en wilde het aan mij laten zien want misschien wist ik het wel. Wist ik wat dat voor een meneer was en wat ie aan het doen is. We hebben er samen naar gekeken. “Hij is wel mooi hè?” zei Mees en dat vind ik ook, ik vind het ook een mooi beeldje, hij glanst ook mooi in de zon en dan kan je goed zien dat hij helemaal geen haren heeft, hij is kaal. “Wat is ie aan het doen denk jij? vroeg Mees. Ik weet het niet, hij heeft zijn handen tegen elkaar aan en dat ding aan, misschien is het wel een deken en heeft ie het gewoon koud. “Nee joh!” zei Mees “als hij het koud heeft dan zou hij toch handschoenen aan hebben ook?” O ja, dat is zo, maar die kan hij natuurlijk vergeten zijn, of helemaal niet hebben, dat kan hè? Niet iedereen heeft handschoenen toch? Maar misschien heeft ie het wel helemaal niet koud en doet ie zijn handen niet tegen elkaar omdat hij het koud heeft maar omdat hij in zijn handen wil klappen of zo. “Hij heeft ook blote voeten, zie je dat?” zei Mees “en hij heeft zijn benen een beetje raar, net alsof hij met zijn voeten zijn knieën wil raken.” Ja, dat is waar, hij heeft blote voeten die bijna op zijn knieën liggen en zijn handen zijn toch anders dan als je wil klappen, heb ik uitgeprobeerd. Als ik wil klappen dan staan mijn vingers naar voren en wijzen ze niet naar mijn neus en de vingers van deze meneer wijzen naar zijn neus, kun je goed zien toch?

“Ik denk dat hij wel heel stil moet blijven zitten want anders valt ie om, kukelt ie naar achteren” zei ik tegen Mees. “Hij zit denk ik ook heel stil, misschien slaapt ie wel want hij heeft zijn ogen ook dicht.” Dat lijkt me dus helemaal niet fijn om zo te slapen dus zou hij slapen? Ik weet het niet maar ik denk dat ie niet echt slaapt eigenlijk, misschien is hij wel aan het nadenken over iets, zo hard aan het nadenken dat hij zijn ogen dicht doet en met zijn vingers bijna tegen zijn neus wijst. Maar waar zou hij dan over nadenken? “Niet over moeilijke dingen denk ik” zei Mees “want bij moeilijke dingen krijgen grote mensen altijd rimpels op het hoofd en deze meneer heeft geen rimpels dus dan zal hij wel nadenken over blije dingen.” Maar bij blije dingen kijk je toch altijd vrolijk? En deze meneer kijkt niet heel blij maar ook niet boos of moeilijk, hij kijkt alsof hij helemaal nergens over nadenkt eigenlijk. “Kun jij dan over helemaal niks nadenken?” vroeg Mees “ik denk altijd wel aan iets, er zit altijd wel wat in mijn hoofd, het is er nooit helemaal stil, bij jou wel?” Nee, bij mij ook niet maar misschien is het hoofd van deze meneer wel helemaal stil en hoeft hij nergens over na te denken, zou dat kunnen?

Ik weet het niet, jij?