Moet je kijken, ik ben in de boom voor mijn boomhut geklommen. Ja, ik moet kijken of er genoeg plek is hè, of het wel past allemaal, waar ik de vloer wil hebben en waar de deur en hoe hoog het dak kan zijn. Ja, moet ik allemaal uitproberen voordat we gaan bouwen. Ik heb al planken hè, en touw, en een deur, en een lap stof die gordijnen gaan worden, en een bel, die heb ik ook, is handig hè een bel, dan kun je aanbellen als je op bezoek wil komen, kun je kijken of ik er ben. Ja, ik heb het allemaal al bij mekaar gezocht en ook de boom uitgezocht waar mijn boomhut moet komen.
En nu moet ik eerst een poosje in de boom blijven zitten van Helen, die zegt dat ik eerst moet uitproberen of dit wel een goeie plek is voor mijn hut. “Hoezo goeie plek? Ik kan toch alleen maar een hut in deze boom maken? Andere bomen voor mijn hut zijn er niet!” Kon wel zijn, zei ze, maar dan kan het nog steeds geen goeie plek zijn, dan kan de boom nog steeds te dun zijn, of te wiebelig, of te hoog, of niet sterk genoeg of een echte waaiboom zijn, dat kan allemaal en dan is dat geen goeie plek voor een hut. Ik weet zeker dat dit wel een goeie plek is voor mijn hut, gewoon omdat ik een hut wil en er geen andere boom is, hij moet gewoon in deze boom dus ik ben er in geklommen om te laten zien dat dit echt een goeie plek is.
Daar zit ik nu al een poosje en eigenlijk vind ik het best eng, want de boom zwiept als er wind is, en er is best veel wind vandaag. Ik moet me heel goed vasthouden want anders val ik er uit. Dat ga ik niet zeggen natuurlijk want dan zegt ze weer “zie je nou wel, toch geen goeie plek dus”, dat is zo balen, zo irritant, ken je dat? Dat iemand iets zegt wat je helemaal niet horen wil? Ik wil juist dat ze zegt ‘JaNee dat is een fantastische plek voor jouw hut, dat heb je heel goed gezien, kom we gaan gelijk de spijkers pakken en jouw hut bouwen!” Dát wil ik dat ze zegt, niet dat het toch geen goeie plek is want ik wil héél graag een hut. Als ik durf en het even niet waait dan kijk ik wel waar de vloer van de hut moet komen maar als die komt waar ik nu zit dan wordt het maar een kleine hut, ik wil een grotere, dat ik er in kan staan enzo. Maar als ik ga staan dan zwiept de boom helemaal en dan word ik helemaal door elkaar gewiebeld, ja, als het dan waait kan ik in mijn hut dus geen tekening maken want dan wiebelt mijn potlood ook alle kanten op, die valt misschien wel uit de hut dan ook, is niet fijn.
“Gaat het goed?” vroeg Helen net, dus ik zei dat het best goed gaat als het niet waait, dat er veel wind is vandaag maar Helen zei dat het vandaag wel waait maar nog niet zo hard, dat het nog veel harder waaien kan en dat de boom dan nog meer wiebelt dan nu. Okeeeeeeee, met nog meer wiebelen en zwiepen durf ik er niet in denk ik, ik vind het nu al eng en zit hier eigenlijk helemaal niet lekker, ik ben me alleen maar heel erg aan het vasthouden, niks aan. Maar ik wil toch echt een hut, een hut met een bel, ja, dat wil! “Ik denk dat je nu wel genoeg geprobeerd hebt JaNee, kom maar uit de boom, ik wil je wat laten zien” roept Helen, ben wel blij dat ik de boom uit kan eigenlijk.
Ik wil heel graag een boomhut, zeg ik tegen Helen, maar dat is wel een wiebelboom, ik vind het niet een fijne plek voor mijn hut eigenlijk, kunnen we er geen andere boom neerzetten, een dikke, niet wiebelboom, dat het toch kan? Dat kan niet zegt ze, het duurt heel lang voordat een boom dik en stevig is en wil ik daar zo lang op wachten? Nee, dat wil ik niet, ik wil snel een hut. Ze wil weten of het persé een boomhut moet zijn of dat een hut ook goed is want als het alleen een hut moet zijn zonder boom dan kan ik natuurlijk ook een tent nemen, zegt ze. Een tent? Als op de camping? Maar er zijn ook andere tenten hè, die liet ze me zien, had ze opgezocht op internet, ze had er eentje gezocht zoals ik die wilde als boomhut. Dat kan dus ook, heb je geen boom nodig en wiebel je ook niet als het waait, da’s wel handig! Ja, zo eentje wil ik wel! Zitten ook raampjes in en een deur en dan doen we er wel een losse bel bij, dat kan hè, ja, dat kan, eentje met een batterijtje ofzo en als het dan regent dan zetten we hem gewoon binnen, zit ik toch in mijn hut maar wel lekker droog, en kan ik tekenen, en spelletjes doen in mijn tent, en vriendjes vragen of ze langs komen, dat ze eerst aan moeten bellen en dan naar binnen mogen. Da’s ook leuk, eigenlijk beter dan de boomhut want die kon maar in 1 boom en een tent kan ik overal neer zetten.
Ik weet het nu, ik wil geen boomhut meer, ik wil een tent!
